E snetse of snetsebelle: een vrouw die veel babbelt en rad van tong is.
Piskoesse: braaf en zedig meisje.
Akketesse: ambetante en vervelende vrouw.
Droenkeseule: iemand die dronken is of te diep in het glas heeft gekeken.
Kakmadam of chichi-madam: dame die extreem opvallend is.
Vieze dooze: onaangenaam mens die niet welgezind is.
Kienekalle: iemand die flauwe, kinderachtige dingen vertelt.
Swoatelgat of babbelkoesse: een babbelkous, ze praat heel veel.
Zeemkoesse: iemand die vleit of fleemt.
Zurkeltrutte: een bedeesde vrouw.
E schoone madam die aant pieknieken is. (een mooie vrouw die aan het picknicken is) |