Pisseule - nachtemmer om te plassen.
E leere - trapladder of schuifladder.
Savatte - een pantoffel.
De giedong - stuur van een fiets.
Gardeboe - spatbord van een fiets.
E gaine - de huls van een kabel of een dames corrigerend korset.
E foersche - de voorvork van een fiets.
De frings - de remmen.
E biedong - drinkfles.
E pulle - thermoskan of drinkbus.
Soepappe - een ventiel.
Sjarzebuze - een uitlaat van de auto.
Barsjok - bumper aan de auto.
n' Oed karjot - een oude wagen.
De plak - de nummerplaat van een voertuig.
Koechebak - een miniserre in je tuin.
E piellucht, piellampe of pielelucht - een zaklamp.
E recomandee - een aangetekende zending.
Oede spulletjes. Oude voorwerpen. |