Koentekaraafs - tegendraads zijn.
In 't ol van plutol - een uithoek van het land.
Draschen - het regent pijpenstelen.
Plakketief of plakkatief - kleverig, plakkend.
E schete in e netzak - iets met veel bravoure aankondigen maar uiteindelijk weinig of niets voorstellend.
Gif mo sjette - doe maar rap voort, geef maar gas.
Preus lik feertig - iemand die heel trots is.
Goe voorzien van poot'n en ooren - een mooie vrouw die voorzien is van mooie borsten en lange benen.
Z'is plat van voorn - vrouw met een kleine boezem.
Z'is nie controarie - ze valt best wel mee.
Zo zot of een achterdeure - ze staat wild.
't Is gelik e reveille die aflopt - iemand die niet stop van praten, altijd maar doorgaan.
Ne recomandee - een aangetekende zending.
Kust mien klooten - kust mijn kloten.
Biermarsjang - bierhandelaar die aan huis levert.
 |
| En oede voiture. (een oude kinderwagen) |