maandag 27 april 2020

Snotneuze (te jong om een mening te hebben)



Kakkernestje - het jongste kind van het gezin.

Cannasière of carnassière - boekentas.

Schufelette - een fluitje.

Battern - jongeren die op de vuist gaan.

Jutekakoo - schommel.

Marbels - knikkers.

Marbelen - knikkeren.

E bedorven stroent - een verwend kind.

't Freubelschooltje - de kleuterschool.

E schietlap  - een katapult.

Trontinette - een autoped.

Billekarre - trapauto, vooral gebruikt aan de zee.

Katje duuk spele'n - verstoppertje spelen.

Gift em moar een pandoering - geef hem maar een draai rond zijn oren.

E voyage geven - een pak slaag geven.


E cannasière, è porteplume, è cahier en crayons adden wieder nodieg int schole.
(een boekentas, een vulpen, een schrift en potloden hadden wij nodig in school)